REINHARDT WINKLER - LET’S FACE THE MUSIC

Artiest info
Website
facebook

Label : Challenge Rec.
Distr. : New Arts Int.

Reinhardt Winkler (1970, Oostenrijk) is een belangrijke slagwerker die op zo’n 25 tal cd’s is te beluisteren, voor zover ik kon nagaan is dit zijn eerste album onder eigen naam. Hij speelde in de Bernie Mallinger Group, het Mandorff Trio, het Neter Notterer Quartet en andere groepen. “I’ve known most of the songs of my new album for a long time. As a child, I got my first jazz records and all the songs were on it. I fell in love with this music, the sound, the instruments, the vibe, I just like everything. Over the years I’ve always stayed tuned to these particular songs and some of them have become my absolute favorites. So I decided to record these songs with musicians I appreciate so much”, aldus Winkler in de cd hoes. Het gaat hier niet alleen om nummers uit het American Songbook zoals het titelnummer “Let’s face the music and dance” van Irving Berlin en “Emily” van Johnny Mandel en John Mercer.

“Don’t be that way” van o.a. Benny Goodman en “Idaho” van Jesse Stone behoren wel tot de jazz geschiedenis maar echte klassiekers zijn het niet. “Poinciana” van Nat Simon en Buddy Bernier is ook uit de oude doos en vooral bekend in de uitvoering van Nat King Cole. Ook “Flamingo” is een jazz standard, geschreven in 1940 door Ted Grouya en van tekst voorzien door Edmund Anderson. Van een recentere leeftijd is “Why should I care”, vooral bekend door de uitvoering van Dianna Krall en geschreven door Clint Eastwood (!), Linda Thompson en Carole Bayer, hier word het gezongen door Simone Kopmajer, die ook “Lucky Mojo” schreef. Van een geheel andere orde zijn “Beatrice” van het beroemde album Fuchsia Swing Song van saxofonist Sam Rivers en ”Mr. Bojangles” van country muzikant Jerry Jeff Walker. Kortom het jeugdsentiment van Winkler die blijkbaar een brede smaak had en heeft.

Winkler heeft hier een uitgelezen groep muzikanten om zich heen verzameld met Harry Allen op tenorsaxofoon, Wolfgang Pushing op altsax, John Di Martino op piano, Boris Kozlov op contrabas en Simone Kopmajer zang. Op dit album is het genieten geblazen van een superieure groep muzikanten met in mijn oren een hoofdrol voor de Amerikaanse tenorsaxofonist Harry Allen (1966), een traditionalist die speelt in de stijl van Coleman Hawkins en Ben Webster met hetzelfde brede geluid. Ook pianist John Di Martino, eveneens Amerikaan , weet van wanten. Op “Let the drum speak I” en “Let the drums speak II”, beiden een drumsolo, kan Winkler laten horen dat hij een slagwerker extra-ordinaire is. Leukste nummers ? Een heerlijke uitvoering van “Mr. Bojangles” en het vrolijke “Lucky Mojo”. Ook de versie van “Idaho” mag er zijn temeer omdat Allen hier alle remmen losgooit. Op het afsluitende “Why should I care” laat Simone Kopmajer horen dat ze niet moet onderdoen voor Dianna Krall, overtuigende versie.

Jan van Leersum.